Geschiedenis van de Fûgelpits,

Op 19 november 1978 werd de Fûgelpits opgericht door Sikke en Fetsje Visser te Ezumazijl. 
De hevige sneeuwval in deze winter zorgde ervoor dat veel vogels het moeilijk kregen en Sikke en Fetsje besloten te gaan helpen door onder andere bij te voeren, maar ook door ernstig verzwakte vogels op te vangen en te revalideren zodat ze later weer uitgezet konden worden. Sikke en Fetsje hadden samen 9 kinderen welke ook allemaal meehielpen in het jonge vogelopvangcentrum. 

Vanaf begin jaren '80 kwamen er steeds vaker olierampen voor waar veel vogels het slachtoffer van werden. Gezien de ligging, zo vlakbij de Waddenzee, kwamen ook deze vogels al snel in grote getale naar de Fûgelpits. Geholpen door een advertentie die Sikke Visser in de krant had geplaatst wisten mensen al snel waar de met olie besmeurde vogels naartoe konden. 
Het leek zo makkelijk in het begin, vogels wassen en ze schoon weer terugbrengen in de natuur. Ze kwamen er al snel achter dat er toch wel wat meer bij kwam kijken. De vogels waren ook van binnen beschadigd en infecties ontstaan door de chemische substanties tastten de organen van de dieren aan. Na veel studie, proefondervindelijk werken en geduld konden de vogels echter steeds beter geholpen worden en behaalde de Fûgelpits uiteindelijk een gemiddeld slagingspercentage van 80% bij alle binnengekomen olieslachtoffers. 

De locatie te Ezumazijl werd met al deze olieslachtoffers een te kleine opvang om de grote instroom goed te kunnen verwerken en daarom verhuisde de Fûgelpits in 1989 naar Anjum, enkele kilometers verderop. Hier werd een groter pand betrokken en konden er meer vogels geholpen worden. Naast de olieslachtoffers kwamen er ook hier allerlei dieren binnen die door andere omstandigheden hulp nodig hadden, zoals bijvoorbeeld verkeersslachtoffers. 
De behandelprotocollen werden steeds verder geperfectioneerd. Dochters Gaatske en Akke beheerden hier de Fûgelpits bijgestaan door hun echtgenoten.
Sape, de man van Gaatske, ontwikkelde onder andere een snel en efficiënt systeem om met jachthonden vogels van het wad te halen. Op deze manier konden er veel meer vogels worden gevangen en binnengebracht in een veel kortere tijd. Het kenmerkende slik in het Waddengebied vertraagde de menselijk vogelredders behoorlijk, maar de honden vlogen er vliegensvlug doorheen. Sape leerde de honden onder andere de vogels zo vast te pakken dat ze geen (bijt-)wonden kregen en de vogels, de olie daargelaten, ongeschonden naar het opvangcentrum konden worden vervoerd. 
Een andere vooruitgang in deze periode was de vogelwasmachine. Deze machine, van Franse makelij, hielp door onder andere de duur van het wassen te verkorten bij de vogels, waardoor ze aanzienlijk korter last van stress hadden en het aantal sterfgevallen wederom lager werd. 

In 2003 verhuisde de Fûgelpits weer een aantal kilometer, in de buurt blijvend van de Waddenzee, naar Moddergat. Wederom naar een groter complex wat voorheen een varkenshouderij is geweest. Stallen werden omgebouwd tot opvang en er grotere ruimtes hier bieden plaats aan duizenden vogels mocht er zich weer een ramp voordoen.
Ondertussen biedt deze huidige locatie veel ruimte voor allerhande hulpbehoevende dieren; vogels, reeën, hazen, egels, enzovoorts, enzovoorts. Over deze huidige locatie is van alles te zien, lezen en volgen op deze website en op Facebook. Voor wie nog even de geschiedenis in wil duiken is er dit fotoalbum met 'foto's van toen', veel plezier!